Zingen


Op de kleuterschool leerden wij liedjes als: Klein klein kleutertje, In Den Haag daar woont een graaf, Drie kleine kleutertjes, In het bos daar staat een huis, Op een hoge paddenstoel, enz.


Pas in de 5e klas kregen we weer muziekles, van juffrouw van Rijt. We moesten rechtop zitten, met onze handen op onze rug en we zongen: Advocaatje ging op reis, Molenaartjes wind is westenwind, O schit'rende kleuren van Nederlands vlag, Waar de blanke top der duinen, Op de grote stille heide, Waar in't bronsgroen eikenhout, enz.
Toen kwam ik bij de gidsen, de jeugdbeweging, Scouting. Het beloftelied vond ik prachtig:
Ik koos als weg door 't leven het gidsenspoor,
't vraagt mij om veel te geven de jaren door.
Ik zal steeds ernstig trachten heel toegewijd,
God schenk' mij daartoe krachten, ik ben bereid.
Ook zongen we:
Hagel en sneeuw, onweer, wind en regen, Nu die dennen en bremstruiken, What shall we do with the drunken sailor, All night, all day, angels watching over you my Lord, My bonnie is over the ocean, enz.
En natuurlijk had ik in alle kerkdiensten ook heel veel liederen geleerd: Asperges me, Gloria, Credo, Pater noster, Veni Creator, Magnificat, Stabat Mater, Requiem aeternam, enz. En vergeet alle kerst- en Marialiedjes niet!
En toen kwam ik op de Mulo en daar kregen we in het 1e jaar muziekles van Pierre van Hauwe (voorste rij, 2e van links). Dat was geweldig! Met Kerstmis leerden wij van hem: Entre le boeuf et l'ane gris, en voor Sacramentsdag leerden we meerstemmig, samen met jongens van een andere school: het Ave Verum van Mozart. Beide liederen ken ik nog helemaal uit mijn hoofd.
In 1959 ging ik naar de kweekschool St. Rosa in Neerbosch-Nijmegen. Daar werden we voorbereid op het lesgeven op een basisschool en daar hoorde natuurlijk ook muziekles bij. Zuster Virginie leerde ons de Ward-methode.
We leerden notenbalken vertalen in do-re-mi-fa-sol, noten lezen en treffen. Hele liederen zongen we op notennamen en als we tussen de lessen naar een ander lokaal moesten lopen, zongen we soms het Wilhelmus op notennamen:
sol do do re mi fa re mi re mi fa mi re do re do
sol do do re mi fa re mi re mi fa mi re do re do

mi fa sol la sol fa mi re mi fa mi re do re

sol do ti do re mi re do ti sol la ti do do ti do.

Op het examen kregen we een blad met muziek en tekst van een liedje. Daarmee werd je een kwartier in een lokaal gezet om de noten te bestuderen en na dat kwartier moest je het lied zingen. Dat ging goed en voor mijn Ward-examen haalde ik een 9! Na mijn afstuderen werd ik juf in een 1e klas/groep 3. Daar leerde ik eerst mijzelf en daarna de kinderen het liedje: Vlindertje vlindertje fladder maar. En uiteraard ook nog heel veel andere liedjes: Wie gaat er mee, Timpe tampe tovenaar, Hoofd schouders knieën teen enz.

Daarna kwam een lange periode waarin ik alleen zong op bruiloften en partijen: voor bijna ieder feest maakte ik een lied, wat ik dan alleen of met anderen zong.
Samen met mijn zussen zong ik o.a. in 1987 op de 12½-jarige bruiloft van Gerard en Tineke, en in 1998 op de 80e verjaardag van mijn moeder. Ook zongen we ieder jaar met Kerstmis of Nieuwjaar het Transeamus met de hele familie en aanhang.

In 2003 werd koningin Beatrix 65 en er stond een berichtje in de krant dat je mee kon doen met een feestlied voor haar. Dat leek me leuk en ik vertrok naar Amsterdam. 's Middags was de repetitie. Het was een lied op de melodie van Va Pensiero en de tekst was: Al die maanden, die jaren, in dienst van het volk gaan je niet in de kouwe kleren zitten... Ik merkte dat ik niet meer zo hoog kon zingen en ik moest genoegen nemen met de altpartij. We stonden te kleumen van de kou (31 januari!), maar helaas heeft Beatrix ons helemaal niet gehoord: ze liep rechtstreeks van de Nieuwe kerk het paleis op de Dam in...
Dat bracht me wel op het idee voor mijn moeder, die 85 werd, datzelfde lied om te zetten in een voor haar toepasselijke tekst: Al die maanden, die jaren, in dienst van 't gezin gaan je niet in de kouwe kleren zitten...

Toen kwam de docentenbijeenkomst van het Scwo in juni 2012. Ik maakte kennis met Marijke, lerares Frans en met Marjorie, die vertelde dat ze bij een koor zong en ik begon meteen te zingen: Tous les garçons et les filles de mon age... Jij hebt een mooie stem, zei Marjorie, heb je geen zin om bij ons koor te komen? Ja, leuk, zei ik en Marijke vond het ook leuk. Dus sinds juli 2012 zingen wij bij 't Zingt Geheid, een vrouwenkoor in Assendelft.
Tot nu toe bevalt het prima! Wij zingen o.a. Oh nuit, een mooie ode aan de nacht.
Bij het koor zing ik de mezzo- of altpartij. Daardoor ken ik nu van veel liedjes 'de tweede stem', zoals wij dat vroeger noemden. Met mijn zus Anneke, sopraan, zong ik op Henks verjaardag een lied op de melodie van 'Away in a manger': Henk is nu 65 en dat kun je wel zien, hij hoeft niet meer te werken, alleen hobby's misschien...

Maar toen Anneke zelf een feest had (50 jaar getrouwd) kon ik natuurlijk niet met haar samen zingen en ik vroeg mijn broer Gerard of hij 'Die Forelle' kende. Dat was zo en samen hebben wij een lied voor Anneke gezongen: hij de originele melodie en ik de altpartij.

Ook met Roy had ik een lied ingestudeerd op de melodie van 'Sentimental journey".